sluimer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: sluimer (hulp, bestand)
- IPA: / ˈslœymər / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- slui·mer
Woordherkomst en -opbouw
- zn: naamwoord van handeling van sluimeren ww (zonder -en) [1]
- ww: sluimeren ww zonder de uitgang -en
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sluimer | sluimers |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de sluimer m
- (biologie) lichte slaap
Afgeleide begrippen
- sluimeren, sluimernicht, sluimerrol, sluimerstand
Werkwoord
vervoeging van |
---|
sluimeren |
sluimer
Gangbaarheid
- Het woord sluimer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sluimer" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.