smerigheid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  smerigheid    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • sme·rig·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord smerigheid smerigheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

desmerigheidv

  1. iets wat heel vettig is
    • Al zijn kleren waren vies geworden door de smerigheid die op de fietsketting zat. 
  2. iets wat heel vies is
    • De hond nam alle smerigheid van buiten mee naar binnen. 
  3. iets wat aanstootgevend is
    • De man keek naar alle smerigheid die te vinden was op internet. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord smerigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.