smurrie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  smurrie    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈsmʏri/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • smur·rie
Woordherkomst en -opbouw
  • herkomst onzeker, wellicht beïnvloed door smeer, derrie of smodderij, in de betekenis van ‘vuil’ aangetroffen vanaf 1920 [1] [2] [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord smurrie -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

desmurriev/m

  1. onsmakelijke weke massa
    • Hij was onderuitgegaan en zat nu helemaal onder de smurrie. 

Gangbaarheid

  • Het woord smurrie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.