snelfoon

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  snelfoon    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • snel·foon
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord snelfoon snelfoons
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

desnelfoonm

  1. (communicatie) (verouderd) telefooncel waarin men alleen maar heel korte gesprekken kan voeren
     In de Snelfoon kunnen alleen korte gesprekken -maximaal anderhalve minuutworden gevoerd. Daarna wordt de verbinding automatisch verbroken.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord snelfoon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
16 %van de Nederlanders;
29 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Snelfoon” (05-06-1993), Reformatorisch Dagblad
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.