snjóva

IJslands

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Zelfstandig naamwoord

snjóva

  1. accusatief onbepaald mannelijk meervoud van snjór
Schrijfwijzen

Oudnoords

Woordafbreking
  • snjó·va
stamtijd
onbepaalde
wijs
tegenwoordige
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
snjóva
snjóva
snjóvaði
snjóvat
Klasse 1 zwak volledig

Werkwoord

snjóva

  1. sneeuwen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.