snober
Frans
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /snɔ.be/
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
snober
- (spreektaal) minachten, bruuskeren
- (spreektaal) negeren, hooghartig weigeren, afslaan
- «Elle a snobé l’invitation que nous lui avions envoyée.»
- Zij heeft de uitnodiging die wij haar toegezonden hadden, hooghartig afgeslagen.
- «Elle a snobé l’invitation que nous lui avions envoyée.»
Verwijzingen
- ↑ snober (Etymologie) in: Le Trésor de la Langue Française informatisé (1971-1994) op de website cnrtl.fr .
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.