snoodheid
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: snoodheid (hulp, bestand)
Woordafbreking
- snood·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | snoodheid | snoodheden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de snoodheid v
- slechtheid, boosaardigheid
- Ze is nog steeds één van de meest iconische filmschurken ooit: Maleficent, de boze fee die in de klassieker Doornroosje uit 1959 de titelprinses wilde doden. Maar ook achter snoodheid zit een verhaal. Hoe deze dame zo hardvochtig werd, wordt nu verteld in het nieuwe Disney-avontuur Maleficent. [2]
Synoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord snoodheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "snoodheid" herkend door:
68 % | van de Nederlanders; |
62 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ De Telegraaf ERIC LE DUC 28 mei 2014 Filmrecensie| Maleficent
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.