snuffen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  snuffen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • snuf·fen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
snuffen
snufte
gesnuft
zwak -t volledig

Werkwoord

snuffen

  1. inergatief de neus ophalen
  2. inergatief snuffelen, lucht opsnuiven, rondzoeken
    • Er moest natuurlijk gesnufd en verkend worden. 
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord snuffen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
84 %van de Nederlanders;
71 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.