snuffen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: snuffen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- snuf·fen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
snuffen |
snufte |
gesnuft |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
snuffen
- inergatief de neus ophalen
- inergatief snuffelen, lucht opsnuiven, rondzoeken
- Er moest natuurlijk gesnufd en verkend worden.
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord snuffen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "snuffen" herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
71 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ snuffen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.