soa

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  soa    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈsowa/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • soa
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord soa soa's
verkleinwoord soa'tje soa'tjes

Zelfstandig naamwoord

desoav

  1. (seksualiteit) (medisch) infectieziekte die vooral wordt overgedragen door seksueel contact
    • Het meisje kreeg een soa toen ze aan onveilige seks deed. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord soa staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
89 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.