solco

Italiaans

Uitspraak
  • IPA: /ˈsɔl.ko/
Woordafbreking
  • sol·co
enkelvoud meervoud
solco solchi

Zelfstandig naamwoord

solco m

  1. (landbouw) voor
  2. spoor
  3. kielzog
  4. groef
  5. rimpel, plooi
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.