groef
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: groef (hulp, bestand)
Woordafbreking
- groef
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘greppel, inkerving’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 901 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | groef | groeven |
verkleinwoord | groefje | groefjes |
Zelfstandig naamwoord
de groef v / m
- lange en smalle uitholling, insnijding, diepe rand
- In het tafelblad zit een lelijke diepe groef.
- De man had allemaal groeven in zijn gezicht.
Synoniemen
Uitdrukkingen en gezegden
- messing en groef, groef en messing [2]
- veer en groef, groef en veer
- de groeven van een grammofoonplaat
- de groeven in zijn voorhoofd
Vertalingen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
graven |
groef
Werkwoord
vervoeging van |
---|
groeven |
groef
Gangbaarheid
- Het woord groef staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "groef" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ "groef" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Messing-en-groefverbinding
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.