soldatentijd
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: soldatentijd (hulp, bestand)
Woordafbreking
- sol·da·ten·tijd
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van soldaat zn en tijd zn met het invoegsel -en- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | soldatentijd | soldatentijden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de soldatentijd m
- (militair) de periode die men dient als eenvoudig militair
- ▸ Hij sprak niet graag over zijn soldatentijd, hoewel hij niet klaagde en vaak zei dat hij tijdens zijn hele diensttijd geen enkele keer geslagen was.[2]
- ▸ Vijf jaar nadat ze waren afgezwaaid, spraken ze over hun diensttijd als ”de mooiste tijd van hun leven” en naarmate ze ouder werden kreeg hun soldatentijd meer glans. Het nare wachtlopen tijdens de nachtelijke uren, de weken op bivak in de bittere koude in de strenge winters die we vroeger kenden, waren inmiddels weggefilterd uit het geheugen. Wie niet in dienst was geweest, had echt iets gemist![3]
Gangbaarheid
- Het woord soldatentijd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
- ↑ Weblink bron “Nostalgie bedwelmt” (30 april 2012), Reformatorisch Dagblad
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.