solfège

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  solfège    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • sol·fè·ge
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘toonladders zingen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1916 [1] [2][3]
enkelvoud meervoud
naamwoord solfège -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

desolfègem

  1. (muziek) zangoefening zonder tekst op de namen van de muzieknoten
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord solfège staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
44 %van de Nederlanders;
44 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.