solidariteit
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: solidariteit (hulp, bestand)
Woordafbreking
- so·li·da·ri·teit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | solidariteit | solidariteiten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de solidariteit v
- bewustzijn van groepsbelang en de wil om dat te tonen
- ▸ Die analyse had tot de praktische conclusie geleid dat echte solidariteit bestond uit bankovervallen en wapendiefstallen om de PFLP behulpzaam te zijn.[2]
- “Dat komt in de Verenigde Staten door het geloof in meritocratie: dat je je plek in de samenleving hebt verdiend op basis van wat je hebt gedaan. 95 procent van de Amerikaanse samenleving gelooft daarin. Daarmee erodeert de solidariteit en zegeviert het individualisme. Maar meritocratie veronderstelt dat iedereen een gelijke startpositie heeft. Dat is allesbehalve zo.” [3]
- ▸ Die analyse had tot de praktische conclusie geleid dat echte solidariteit bestond uit bankovervallen en wapendiefstallen om de PFLP behulpzaam te zijn.[2]
- (juridisch) hoofdelijkheid, zowel ten aanzien van schuldeisers als van schuldenaren
Hyponiemen
- groepssolidariteit, wereldsolidariteit
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord solidariteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "solidariteit" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044645149
- ↑ www.parool.nl (24 jan 2025)
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.