souffle

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  souffle    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • souf·fle
enkelvoud meervoud
naamwoord souffle souffles
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

desoufflev

  1. (medisch) hartgeruis
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord souffle staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Frans

Uitspraak
  • Geluid:  souffle    (hulp, bestand)
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  souffle     la souffle     souffles     les souffles  

Zelfstandig naamwoord

souffle v

  1. adem, luchtstroom
  2. zucht
  3. (figuurlijk) inspiratie

Werkwoord

vervoeging van
souffler

souffle

  1. eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van souffler
  2. eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van souffler
  3. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van souffler
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.