specerij
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: specerij (hulp, bestand)
Woordafbreking
- spe·ce·rij
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘smaakgevende stof, kruid’ voor het eerst aangetroffen in 1330 [1]
- afgeleid van het Franse épice (met het achtervoegsel -ij) [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | specerij | specerijen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de specerij v
- (voeding) een gedroogd plantendeel, anders dan een groen blad of stengel, dat als geur-, kleur- of smaakstof aan voedsel wordt toegevoegd
- De grens tussen specerij en kruid is moeilijk exact te trekken, maar specerijen komen veelal uit de tropen.
Afgeleide begrippen
- specerijachtig, specerijengeur, specerijenijs, specerijhandel
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord specerij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "specerij" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "specerij" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ specerij op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.