kruid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kruid    (hulp, bestand)
  • IPA: /krœyt/ (1 lettergreep)
    • (Noord-Nederland): /krœʏ̯t/
    • (Vlaanderen, Brabant): /krœːt/
    • (Limburg): /krœːd/
Woordafbreking
  • kruid
Woordherkomst en -opbouw
  • erfwoord via Middelnederlands cruut van Oudnederlands crut [1] [2]
    • [1] in de betekenis van ‘gewas’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1100 [3]
    • [2] in de betekenis van ‘specerij’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1361 [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord kruid kruiden
verkleinwoord kruidje kruidjes

Zelfstandig naamwoord

hetkruido

  1. (plantkunde) benaming voor kleine groene planten
     Hij noemt wat kruiden die tussen het gras groeien. Witte en rode klaver, paardebloem, duizendblad, schapenzuring.[4]
     Wie zelf katten heeft, of weleens kattenfilmpjes op internet kijkt, weet: katten zijn dol op kattenkruid. (…) In Science Advances opperen Japanse biologen een mogelijke evolutionaire verklaring voor die toegewijde liefde: het kruid houdt muggen op afstand.[5]
  2. (voeding) plant die wordt gebruikt vanwege de geur, smaak of heilzame werking
     Zij deed er water in en toen allerlei geheimzinnige kruiden, een beetje aarde, glanzende stenen, mossen en planten.[6]
     Ik scheurde het pakje open, deed de kruiden over de droge mie en begon te knagen.[7]
     Kervel heeft in Nederland een tikje ouderwets imago. Het kruid is vooral bekend van kervelsoep.[8]
Verwante begrippen
Antoniemen
Gelijkklinkende woorden
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
  • Zie ook de categorie Kruid in het Nederlands voor een lijst van kruiden.
Spreekwoorden
  • [2] er is geen '''kruid''' tegen gewassen
    er is niks aan te doen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
kruiden

kruid

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kruiden
    • Ik kruid. 
  2. gebiedende wijs van kruiden
    • Kruid! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kruiden
    • Kruid je? 

Gangbaarheid

  • Het woord kruid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[9]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. kruid op website: Etymologiebank.nl
  3. 1 2 "kruid" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  4. Weblink bron
    Marcel aan de Brugh
    “Uit een verhitte koe komt minder melk” (31 augustus 2021) op nrc.nl
  5. Weblink bron
    Gemma Venhuizen
    “Kattenkruid maakt high én beschermt tegen muggen” (21 januari 2021) op nrc.nl
  6. “Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten” (1973), Lemniscaat , p. 13
  7. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  8. Weblink bron
    Janneke Vreugdenhil
    “Gepocheerde zalm met citroen & kervel” (17 juni 2015) op nrc.nl
  9. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.