specialist

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  specialist    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈspesɪɑlɪst/
Woordafbreking
  • spe·ci·a·list
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord specialist specialisten
verkleinwoord specialistje specialistjes

Zelfstandig naamwoord

despecialistm

  1. persoon die ergens veel verstand van heeft
  2. (medisch) (beroep) arts die een bepaald onderdeel van de geneeskunde beoefent
Synoniemen
  1. deskundige
Antoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord specialist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Engels

enkelvoud meervoud
specialist specialists

Zelfstandig naamwoord

specialist

  1. specialist (persoon met veel verstand van iets).
  2. (medisch) specialist (gespecialiseerde arts).
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.