speelgoedbeest
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: speelgoedbeest (hulp, bestand)
Woordafbreking
- speel·goed·beest
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van speelgoed zn en beest zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | speelgoedbeest | speelgoedbeesten |
verkleinwoord | speelgoedbeestje | speelgoedbeestjes |
Zelfstandig naamwoord
het speelgoedbeest o
- een zachte pop in de vorm van een dier
- ▸ „Wat heb je daar?" vroeg ik, op het speelgoedbeestje in zijn hand wijzend.[1]
Synoniemen
- knuffeldier, troetelbeer
Gangbaarheid
- Het woord speelgoedbeest staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Victoria Holt“De Engelse gouvernante” (1981), Saga, ISBN 9788726484823
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.