spelbreker

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  spelbreker    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • spel·bre·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord spelbreker spelbrekers
verkleinwoord spelbrekertje spelbrekertjes

Zelfstandig naamwoord

despelbrekerm

  1. Iemand die een spel verstoort meestal door vals te spelen
  2. Iets of iemand die een (geheim) plan verstoort op een onprettige manier.
    • De ziekte was een spelbreker in zijn carrièreplannen 

Gangbaarheid

  • Het woord spelbreker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.