speuren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  speuren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • speu·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘nasporen’ voor het eerst aangetroffen in 1276 [1] [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
speuren
speurde
gespeurd
zwak -d volledig

Werkwoord

speuren

  1. inergatief grondig en zorgvuldig zoeken
    • Vrijwilligers speurden in het bos naar het lichaam van de vermiste man. 
    • Hij speurde de menigte langs op zoek naar zijn vriendin. 
Vaste voorzetsels
  • speuren naar
Hyponiemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord speuren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.