naspeuren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  naspeuren    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈnaspørə(n)/ (3 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland, Limburg): /ˈnaː.spøː.rə(n)/
Woordafbreking
  • na·speu·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
naspeuren
speurde na
nagespeurd
zwak -d volledig

Werkwoord

naspeuren

  1. overgankelijk nauwkeurig onderzoeken
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord naspeuren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
89 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.