spiegelwoord

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  spiegelwoord    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈspiɣəlˌwort/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • spie·gel·woord
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord spiegelwoord spiegelwoorden
verkleinwoord spiegelwoordje spiegelwoordjes

Zelfstandig naamwoord

hetspiegelwoordo

  1. woord waarvan de letters in omgekeerde volgorde hetzelfde woord vormen
     In een spiegelwoord is de eerste helft van het woord vrij, maar de tweede helft moet gelijk zijn aan het omgedraaide van de eerste helft.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'spiegelwoord' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Battus (ps. Hugo Brandt Corstius)
    “Nijlleedkoortsmeetsysteemstrookdeellijn” (24 februari 2001) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.