spiets

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  spiets    (hulp, bestand)
  • IPA: /spits/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • spiets
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord spiets spietsen
verkleinwoord spietsje spietsjes

Zelfstandig naamwoord

despietsv/m

  1. lange houten staak met een aangescherpte punt
  2. metalen pen

Werkwoord

vervoeging van
spietsen

spiets

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van spietsen
    • Ik spiets. 
  2. gebiedende wijs van spietsen
    • Spiets! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van spietsen
    • Spiets je? 

Gangbaarheid

  • Het woord spiets staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
45 %van de Nederlanders;
43 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.