spij
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: spij (hulp, bestand)
- IPA: / spɛi / (1 lettergreep)
Woordafbreking
- spij
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | spij | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
spij
Werkwoord
vervoeging van |
---|
spijen |
spij
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van spijen
- Ik spij.
- gebiedende wijs van spijen
- Spij!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van spijen
- Spij je?
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord spij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.