spliten

Middelnederlands

Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden tijd voltooid
deelwoord
enkelvoud meervoud
spliten spleet spleten ghespleten
gespleten
klasse 1  volledig   

Werkwoord

spliten

  1. overgankelijk splijten, scheuren, splitsen
  2. overgankelijk verdelen
  3. overgankelijk losmaken, scheiden, afscheiden
  4. onovergankelijk splijten, scheuren, barsten
Overerving en ontlening

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.