sportcarrière

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  sportcarrière    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • sport·car·ri·è·re
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord sportcarrière sportcarrières
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

desportcarrièrev/m

  1. (sport) de loopbaan van iemand als sporter
     De Goede is inmiddels zelf uitgegroeid tot een van die oudere speelsters van Oranje. Ze is momenteel aanvoerster van de ploeg. En maakte zelf ook de mindere kanten van een sportcarrière mee.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord sportcarrière staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Hockeyster De Goede hervond zich in Zuid-Afrika na 'huilen op de slachtbank'” (Donderdag 20 augustus 2020), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.