sproet

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  sproet    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • sproet
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘huidvlekje’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord sproet sproeten
verkleinwoord sproetje sproetjes

Zelfstandig naamwoord

desproetv/m

  1. een bruin vlekje op de huid dat veroorzaakt wordt door ultraviolet licht
    • Zij had veel sproeten in haar gezicht. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord sproet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.