sproke

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  sproke    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈsprokə/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • spro·ke
Woordherkomst en -opbouw
  • erfwoord: Middelnederlands sprōke, sprooc ‘gezegde, kort verhaal, gedicht’. Bijvorm van spreuk. Verkleiningsvorm sprookje.[1][2]
enkelvoud meervoud
naamwoord sproke sproken
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

desprokev/m

  1. (letterkunde) korte middeleeuwse verhalen in versvorm met een opvoedende strekking over zeer uiteenlopende onderwerpen
    • Zo bevat het boek meer dan vijfhonderd rijmspreuken: middeleeuwse levenswijsheden van het type 'Wildi bliven in u ere, / so staet vaste - het wait zere,' en ruim honderd sproken: korte gedichten over minne, mirakels en moraal. [3]

Gangbaarheid

  • Het woord sproke staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
12 %van de Nederlanders;
12 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.