staatsburgeres
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: staatsburgeres (hulp, bestand)
- IPA: / ˌstatsbʏrɣəˈrɛs / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- staats·bur·ge·res
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van staatsburger zn met het achtervoegsel -es
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | staatsburgeres | staatsburgeressen |
| verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de staatsburgeres v
- (juridisch) vrouw als volwaardig lid van een nationale politieke gemeenschap
- ▸ Een Nederlandse staatsburgeres (Denise de Hart bezat de Nederlandse nationaliteit!) en Bouterse kregen van de rechter dus te horen dat hun recht op vergaderen in Nederland wel wordt erkend, maar dat, daar Bouterse geen visum kreeg voor Nederland, zij dat recht maar in het buitenland moesten uitoefenen![1]
Verwante begrippen
- vrouwelijke vorm van staatsburger
Gangbaarheid
- Het woord 'staatsburgeres' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron A.R. Haakmat“Het recht van vergadering is niet iedereen gegund” (4 mei 1995) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.