stakkerig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  stakkerig    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈstɑkərəx/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • stak·ke·rig
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen stakkerigstakkerigerstakkerigst
verbogen stakkerigestakkerigerestakkerigste
partitief stakkerigsstakkerigers-

Bijvoeglijk naamwoord

stakkerig

  1. zoals pas bij een zielig, mislukt persoon
     Sociaaldemocraten waren we, maar aardige sociaaldemocraten. Wijs zijn we geworden, stakkerig wijs.[2]
     De onderwijsdirecteur Psychologie noemt het gedrag van de studenten in Folia "stakkerig". "Dat er wel eens iets werd uitgewisseld, dat wisten we. Maar als zó veel studenten klakkeloos alle antwoorden overnemen, dan kun je dat niet voorbij laten gaan."[3]
     Jongens waren we - maar aardige jongens. Al zeg 'k 't zelf. We zijn nu veel wijzer, stakkerig wijs zijn we, behalve Bavink, die mal geworden is.[4]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord stakkerig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
67 %van de Nederlanders;
61 %van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron “Nog voor Eberhard onder de grond lag, verliet Jeroen ons” (12 oktober 2017), Het Parool
  3. Weblink bron “Weer fraude aan UvA met digitale toetsen” (01-07-2014), NOS
  4. Weblink bron Titaantjes in: De Revisor., jrg. 6. nr. 3 (juni 1979), Athenaeum-Polak & Van Gennep, Amsterdam, p. 16
  5. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.