stander
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: stander (hulp, bestand)
Woordafbreking
- stan·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stander | standers |
verkleinwoord | standertje | standertjes |
Zelfstandig naamwoord
de stander m
Verwante begrippen
Hyponiemen
- bijstander, kaapstander, middenstander, tegenstander, topstander, voorstander
Gangbaarheid
- Het woord stander staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stander" herkend door:
47 % | van de Nederlanders; |
36 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.