stander

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  stander    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • stan·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stander standers
verkleinwoord standertje standertjes

Zelfstandig naamwoord

destanderm

  1. standaard [3]
  2. (bouwkunde) opstaande balk gebruikt als stut
Verwante begrippen
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord stander staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
47 %van de Nederlanders;
36 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.