stankverspreider

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  stankverspreider    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈstɑŋkfərˌsprɛidər/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • stank·ver·sprei·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stankverspreider stankverspreiders
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

destankverspreiderm

  1. bron van een onaangename geur, zoals een onderneming of persoon die een vieze lucht voortbrengt
     En ik was chemicus ― een mooie stankverspreider was ik.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'stankverspreider' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Lewis, Sinclair (vert. A. Querido)
    “Arrowsmith”, 2e druk (1931), Van Holkema & Warendorf , p. 46
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.