staven
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: staven (hulp, bestand)
Woordafbreking
- sta·ven
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘bevestigen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1661 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
staven |
staafde |
gestaafd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
staven
- overgankelijk aantonen, bevestigen, ondersteunen
- Hij kan zijn bewering met cijfers staven.
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
- iets met bewijzen staven
Vertalingen
1. aantonen, bevestigen, ondersteunen
iets met bewijzen staven
|
Zelfstandig naamwoord
de staven mv
Gangbaarheid
- Het woord staven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "staven" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ "staven" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Vlax Romani
Zelfstandig naamwoord
staven
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.