steenweg

Niet te verwarren met: Steenweg

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  steenweg    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈstenwɛx/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • steen·weg
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord steenweg steenwegen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

desteenwegm

  1. (verkeer) (verouderd) belangrijke verharde weg
     Het historische argument levert geen legitimatie voor de bomenrij bij de omleiding om Boxtel, omdat de verharde steenweg daar nooit heeft gelopen.[2]
Synoniemen
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord steenweg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
82 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron
    Wim Nijenhuis & Wilfried van Winden
    “De diabolische snelweg: over de traditie van de mooie weg in het Nederlandse landschap en het verlangen naar de schitterende snelweg in de grote stad” (2007), 010 Publishers, Rotterdam, ISBN 9789064505904, p. 88
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.