stentor

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  stentor    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈstɛntɔr/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • sten·tor
Woordherkomst en -opbouw
  • eponiem van Oudgrieks Στέντωρ "Stentor" , een beroemde heraut uit de Ilias; in de betekenis van ‘iemand met een zware stem’ voor het eerst aangetroffen in 1808 [1] [2] [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord stentor stentors
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

destentorm

  1. iemand met een zware stem
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord stentor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
68 %van de Nederlanders;
44 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.