stinkbok
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: stinkbok (hulp, bestand)
Woordafbreking
- stink·bok
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van stinken ww en bok zn [1][2]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | stinkbok | stinkbokken |
| verkleinwoord | stinkbokje | stinkbokjes |
Zelfstandig naamwoord
de stinkbok m
- een mannelijke geit met een vieze geur
- (scheldwoord) iemand die stinkt
- ernstige fout
- slechte, niet lekker ruikende sigaar
Gangbaarheid
- Het woord 'stinkbok' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stinkbok" herkend door:
| 60 % | van de Nederlanders; |
| 63 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ stinkbok op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.