stiptheid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  stiptheid    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • stipt·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stiptheid
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

destiptheidv

  1. de eigenschap om afspraken nauwgezet na te komen
    • Zijn stiptheid is spreekwoordelijk. 

Gangbaarheid

  • Het woord stiptheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.