stofdoek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  stofdoek    (hulp, bestand)
  • IPA
Woordafbreking
  • stof·doek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stofdoek stofdoeken
verkleinwoord stofdoekje stofdoekjes

Zelfstandig naamwoord

destofdoekm

  1. (huishouden) textielen doek gebruikt om huisstof af te nemen
    • Vouw de stofdoek in vieren of achten en gebruik steeds een schoon stuk.[1] 
Synoniemen
  • stofvod, stopvod, stofklod, stoflap, stofslunse[2]
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord stofdoek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.