stommerd

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  stommerd    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • stom·merd
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van stom met het achtervoegsel -erd
enkelvoud meervoud
naamwoord stommerd stommerds
verkleinwoord stommerdje stommerdjes

Zelfstandig naamwoord

destommerdm

  1. Iemand die iets doms doet., een stommeling, sufferd.
    • Die stommerd kon weer eens niet op tijd komen. 

Gangbaarheid

  • Het woord stommerd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.