stookkost

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  stookkost    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈstokɔst/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • stook·kost
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stookkost (stookkosten) *
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

destookkostmv

  1. hoeveelheid geld die men moet betalen voor het verwarmen van een gebouw
    • De verwarming draaide op stookolie, maar omdat het gebouw vrij goed geïsoleerd was, lag de stookkost redelijk laag. [1]
Synoniemen
Opmerkingen
  • Het meervoud "stookkosten" heeft dezelfde betekenis en is dus voor wat betreft de betekenis niet het meervoud van "stookkost".

Gangbaarheid

  • Het woord stookkost staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.