stootband
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: stootband (hulp, bestand)
Woordafbreking
- stoot·band
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van stoot zn en band zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stootband | stootbanden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de stootband m
- rand die speciaal is gemaakt om botsingen op te vangen
- ▸ Anders konden we net zo goed over een kale asfaltvlakte zonder strepen, pijlen, borden en lichten gaan crossen, botsautootje spelend zonder rubberen stootband, en vervolgens allemaal giechelend over het kerkhof verspreid.[2]
- (kleding) onderste deel van een lange jurk
- een ovaalvormige betonnen obstakel dat meestal een infrastructurele functie heeft (om bijv. aan te geven waar een parkeervak eindigt)
Synoniemen
- [3] varkensrug
Gangbaarheid
- Het woord stootband staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Tonio : een requiemroman” (2011), De Bezige Bij , ISBN 9789023467014
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.