stopbord
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: stopbord (hulp, bestand)
- IPA: /'stɔbɔrt/
Woordafbreking
- stop·bord
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van stoppen ww en bord zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stopbord | stopborden |
verkleinwoord | stopbordje | stopbordjes |
Zelfstandig naamwoord
het stopbord o
- (verkeer) een verkeersbord dat aangeeft dat je eerst moet stoppen voordat je verder mag rijden
- Volgens plaatselijke media zijn er in Leukerbad naar schatting 10.000 mensen, waaronder veel toeristen. Die staan echter, als ze al weg zouden willen, voor een stopbord.[2]
- De Porsche deed van 1989 tot en met 1991 dienst bij de Algemene Verkeersdienst van de Rijkspolitie. Hij is uitgerust met zwaailichten, een stopbord, extra achteruitrijlichten en mistlampen, een tweede binnenspiegel, elektrische bedrading voor communicatieapparatuur en een autotelefoon.[3]
Hyperoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord stopbord staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stopbord" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Telegraaf 04 jan. 2018
- ↑ de Telegraaf REMCO SLUMP | AUTOVISIE 19 sep. 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.