stopper

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  stopper    (hulp, bestand)
  • IPA: /'stɔpər/
Woordafbreking
  • stop·per
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van stoppen met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord stopper stoppers
verkleinwoord stoppertje stoppertjes

Zelfstandig naamwoord

destopperm

  1. een voorwerp waarmee iets afgestopt of afgesloten kan worden
    • Op deze karaf zit een glazen stopper. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord stopper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
90 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Noors

Uitspraak
  • Geluid:  stopper    (hulp, bestand)
  • IPA: / ˈstɔpəɾ /
Woordafbreking
  • stop·per
Naar frequentie 1264

Werkwoord

stopper

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van stoppe
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.