stopsel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  stopsel    (hulp, bestand)
  • IPA: /stɔpsel/
Woordafbreking
  • stop·sel
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van stoppen met het achtervoegsel -sel
enkelvoud meervoud
naamwoord stopsel stopsels
verkleinwoord stopseltje stopseltjes

Zelfstandig naamwoord

hetstopselo

  1. afsluiting van een fles
    • Het stopsel was van de fles gevolgen waardoor de wijn op de vloer terecht kwam. 
  2. afsluiting van een gootsteen
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord stopsel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
58 %van de Nederlanders;
78 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.