stormband

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  stormband    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • storm·band
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stormband stormbanden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

destormbandm [1]

  1. band aan een pet of hoed waarmee deze onder de kin kan worden vastgehouden
     Een jongen in het blauw, met gele koorden voor zijn buis, gelijk de 'Gele Rijders' uit Amersfoort hebben en een klutje met losse stormband schuin op zijn kokosvette kop, nam ze aan om ze te laten boteren en suikeren.[2]
  2. ijzeren band om de standaard van een molen
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord stormband staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.