straatkei
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: straatkei (hulp, bestand)
- IPA: / ˈstratkɛi / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- straat·kei
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van straat zn en kei zn [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | straatkei | straatkeien |
verkleinwoord | straatkeitje | straatkeitjes |
Zelfstandig naamwoord
de straatkei m
- stuk natuursteen als verharding van een weg
- De rechtbank achtte bewezen dat Luigino Longo, woonachtig in Oslo, deelnam aan de straatgevechten en daarbij een politie-agent met een straatkei verwondde. [3]
Gangbaarheid
- Het woord straatkei staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "straatkei" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Celstraf wegens rellen Gotenburg (1 augustus 2001) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2018-04-21
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.