straatveger
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: straatveger (hulp, bestand)
Woordafbreking
- straat·ve·ger
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van straat en veger [1]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | straatveger | straatvegers |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de straatveger m
- iemand die voor zijn beroep de straten schoonmaakt
- bezem waarmee de straat geveegd kan worden
- Straatvegers zijn in Nederland grotendeels vervangen door straatveegmachines.
- familie vissen de Lethrinidae
- [1]. Een straatveger aan het werk (1951)
- [3]. Een Lethrinus miniatus ook wel straatveger.
Gangbaarheid
- Het woord straatveger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "straatveger" herkend door:
| 100 % | van de Nederlanders; |
| 99 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.