straatzijde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  straatzijde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • straat·zij·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord straatzijde straatzijdes
straatzijden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

destraatzijdev/m

  1. de kant van een gebouw die dichtbij de straat is gelegen
     Het karakteristieke geluid van de koebel, die in een zijkamertje aan de straatzijde van het plafond afhing, had Quispel al op afstand door de stille avond gehoord.[2]
     Dorpshoes Erve Boerrigter aan de Plechelmusstraat heeft in de nacht van vrijdag op zaterdag ongenode gasten op bezoek gehad. Zonder dat de directe omwonenden daar iets van merkten, werden zowel een raam aan de straatzijde als de centrale toegangsdeur met grof geweld geforceerd.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord straatzijde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij , ISBN 9789023479925
  3. Weblink bron
    Stephan Scheper
    “Inbraak in dorpshoes Erve Boerrigter in De Lutte” (17-07-2021), Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.