strobed

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  strobed    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • stro·bed
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord strobed strobedden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetstrobedo

  1. een bed van stro waarop men kan slapen
    • ,,Vijf jaar geleden begonnen we een Bed & Breakfast met een groot strobed op de hooizolder. Dat was zo'n hit dat we er een strokasteel bijbouwden in de schuur ernaast. Ook dat liep als een trein. [2] 
  2. een laag stro in een stal
    • Veehouders moeten dit jaar veel meer geld neerleggen voor het strobed van hun dieren. Door het slechte zomerweer is de helft minder stro geoogst. Waar normaal 6 ton van een hectare komt, is dat nu zo'n 3 ton. Stro is schaars en daardoor duur. [3] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord strobed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
84 %van de Nederlanders;
79 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.